Brief
11 U kent de huidige tijd: het moment is gekomen waarop u uit de slaap moet ontwaken, want de redding is ons meer nabij dan toen we tot geloof kwamen. 12 De nacht loopt ten einde, de dag nadert al. Laten we ons daarom ontdoen van de praktijken van de duisternis en ons omgorden met de wapens van het licht. 13 Laten we daarom zo eerzaam leven als past bij de dag en ons onthouden van bras- en slemppartijen, ontucht en losbandigheid, tweespalt en jaloezie. 14 Omkleed u met de Heer Jezus Christus en laat u niet meeslepen door uw aardse natuur met haar begeerten.
1 Toen ze Jeruzalem naderden en bij Betfage op de Olijfberg kwamen, stuurde Jezus twee leerlingen eropuit
2 met de opdracht: ‘Ga naar het dorp dat daar ligt. Zodra je het binnenkomt, zul je een ezelin
vinden die daar vastgebonden staat met haar veulen. Maak de dieren los en breng ze bij Me. 3 En als iemand jullie iets vraagt, antwoord dan: “De Heer heeft ze nodig.” Dan zul je ze meteen meekrijgen.’ 4 Dit is gebeurd omdat in vervulling moest gaan wat door de profeet gezegd is: 5 ‘Zeg tegen vrouwe Sion: “Kijk, je koning is in aantocht, Hij is zachtmoedig en rijdt op een ezelin en op een veulen, het jong van een lastdier.”’
6 De leerlingen gingen op weg en deden wat Jezus hun had opgedragen. 7 Ze brachten de ezelin en het veulen mee, legden er mantels overheen en Jezus ging erop zitten. 8 Vanuit de menigte spreidden velen hun mantels op de weg uit, anderen braken takken van de bomen en spreidden die uit op de weg. 9 De talloze mensen die voor Hem uit liepen en achter Hem aan kwamen, riepen luidkeels: ‘Hosanna voor de Zoon van David! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer. Hosanna in de hoogste hemel!’