Brief
8 Wees elkaar niets schuldig, behalve liefde, want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld. 9 Want: ‘Pleeg geen overspel, pleeg geen moord, steel niet, zet uw zinnen niet op wat van een ander is’ – deze en alle andere geboden worden samengevat in deze ene uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.’ 10 Liefde berokkent de naaste geen kwaad, dus de wet vindt zijn vervulling in de liefde.
23 Hij stapte in de boot en zijn leerlingen volgden Hem. 24 Plotseling begon het meer enorm te kolken, zodat de boot bijna door de golven werd verzwolgen. Maar Jezus sliep. 25 Ze maakten Hem wakker en riepen: ‘Red ons, Heer, we vergaan!’ 26 Hij zei tegen hen: ‘Waarom zijn jullie zo angstig, kleingelovigen?’ Toen stond Hij op en sprak de wind en het water bestraffend toe, en het meer kwam geheel tot rust. 27 De mensen stonden verbaasd en zeiden: ‘Wat is dit toch voor iemand, dat zelfs de wind en het water Hem gehoorzamen?’