Jubilate

‘Zing verheugd’   Derde zondag na Pasen
BWV 12, 103, 146, 224

 

Brief
1 Petrus 2: 11-20

11 Geliefde broeders en zusters, u bent als vreemdelingen die ver van huis zijn; daarom vraag ik u dringend niet toe te geven aan wereldse begeerten, die uw ziel in gevaar brengen. 12 Leid te midden van de heidenen een goed leven, opdat zij die u nu voor misdadigers uitmaken, door uw goede daden tot inzicht komen en God eer bewijzen op de dag waarop Hij komt rechtspreken. 13 Erken omwille van de Heer het gezag van de overheden die door mensen zijn aangesteld: van de keizer als de hoogste autoriteit 14 en van de gouverneurs, door hem afgevaardigd om misdadigers te straffen en om te belonen wie het goede doen. 15 God wil namelijk dat u door het goede te doen onwetende dwazen de mond snoert. 16 Handel als vrije mensen, maar ook als dienaren van God, want u moet u niet achter uw vrijheid verschuilen om u te misdragen. 17 Houd iedereen in ere, heb uw broeders en zusters lief, heb ontzag voor God en eerbiedig de keizer. 18 Slaven, erken het gezag van uw meesters en heb ontzag voor hen, niet alleen voor goede en vriendelijke, maar ook voor slechte. 19 Het is een blijk van genade als iemand, doordat zijn aandacht op God gericht is, in staat is onverdiend leed te verdragen. 20 Immers, wanneer u de slagen verdraagt die u krijgt als straf voor wangedrag, levert dat u toch geen aanzien op? Het is echter een blijk van Gods genade wanneer u verdraagt wat u moet lijden voor uw goede daden.

Evangelie
Johannes 16: 16-23

16 Nog een korte tijd en jullie zien Mij niet meer, maar kort daarna zien jullie Me terug.’ 17 Daarop zeiden een paar leerlingen tegen elkaar: ‘Wat betekent wat Hij nu zegt: “Nog een korte tijd en jullie zien Mij niet meer, maar kort daarna zien jullie Me terug”? En: “Ik ga naar de Vader”? 18 Wat betekent “nog een korte tijd”? Wat bedoelt Hij toch?’ 19 Jezus begreep dat ze Hem iets wilden vragen. Hij zei: ‘Proberen jullie te begrijpen wat Ik bedoelde met “Nog een korte tijd en jullie zien Mij niet meer, maar kort daarna zien jullie Me terug”? 20 Werkelijk, Ik verzeker jullie, je zult huilen en weeklagen, terwijl de wereld blij zal zijn. Je zult bedroefd zijn, maar je verdriet zal in vreugde veranderen. 21 Ook een vrouw die baart heeft het zwaar als haar tijd gekomen is, maar wanneer haar kind geboren is, herinnert ze zich de pijn niet meer, omdat ze blij is dat er een mens ter wereld is gekomen. 22 Jullie hebben nu verdriet, maar Ik zal jullie terugzien, en dan zul je blij zijn, en niemand zal jullie je vreugde afnemen. 23 Dan hoeven jullie Mij niets meer te vragen. Werkelijk, Ik verzeker jullie, wat je de Vader ook vraagt in mijn naam – Hij zal het je geven.


De Bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan de NBV21.
©2021 Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap, Haarlem/Antwerpen.