Inleiding  7/8

Herr Jesu Christ, wahr’ Mensch und Gott, BWV 127

Bach schreef Herr Jesu Christ, wahr’ Mensch und Gott voor Esto Mihi, de laatste zondag voor goede vrijdag waarop in de kerk gemusiceerd mocht worden. Het kernthema van de cantatetekst preludeert op de goede week en pasen. Jezus, die werkelijk mens en God is, heeft met zijn aardse lijden genade verworven en kan zo gelovigen bevrijden van de dood, hun blinde ziel weer ziende maken. Zelfs als de aarde vergaat of de lichamelijke dood nabij is, kan een gelovige het leven in eeuwige rust ten deel vallen.

Bach werkt het thema uit in een vijfdelige cantate die een symmetrische opbouw lijkt te hebben:

koraalfantasie - recitatief - aria - recitatief - koraal.

Ook thematisch is er symmetrie: deel een, drie en vijf leggen de nadruk op genade en verlossing, de twee recitatieven hebben juist een sterk accent op vergaan, van lichaam of van wereld. Het eerste deel gaat over de genade die Jezus de gelovige kan brengen, het tweede deel over zijn genade op het moment dat ons lichaam sterft, het derde deel over de rust die de gelovige bij sterven ervaart, het vierde deel over de verlossing die Jezus biedt zelfs als de aarde vergaat. Het vijfde deel vat de kern van goddelijke genade en eeuwige rust uit godsvertrouwen nog eens samen.

Koraalfantasie   Vooral het eerste deel is een rijk weefsel waarin alles er aan bijdraagt de betekenis van de eerste strofe van het koraal (Paul Ebers, 1562) van zoveel mogelijk kanten te belichten. Het koraal klinkt als cantus firmus, maar de muziek die om de melodie heen speelt is opgebouwd uit een verkorting en gepunkteerde variatie van de eerste vier maten, waarin gezongen wordt over Christ, wahr’ Mensch und Gott. In zekere zin is dus het hele deel uit dit geloofsgegeven opgebouwd.

Net als in de passies verbeeldt het gebruik van gepuncteerde ritmen geseling en lijden. Omdat die gepuncteerde variatie van de koraalmelodie wordt afgewisseld of gecontrasteerd met een ongepunkteerde verkorting, lijkt het of steeds de twee aspecten van Christus worden belicht: lijdende mens en evenwichtige God.

Door dit al rijke weefsel van de koraalfantasie is muzikaal een tweede groep lijnen verweven. Om te beginnen klinkt de melodie van Luthers Christe du Lamm Gottes, zijn vertaling van het Agnus Dei, wat qua opgeroepen betekenis naadloos aansluit bij de lijdensweg die in de evangelietekst is voorzegd. Het ‘Wees ons genadig!’ waarmee de tekst eindigt is analoog aan de smeekbede van de blinde die Jezus onderweg ontmoet, een blinde waarmee sommige gelovigen zichzelf zullen identificeren. Tenslotte maakt een verwijzing naar het koraalthema van O Haupt voll Blut und Wunden of ook Ach Herr, mich armen Sünder, die soms in de baspartijen klinkt, de koraalfantasie tot een ware drie-eenheid. Inderdaad, alleen al dit wonder van muzikaal-semantische contrapunt, met zijn subtiele verandering in affect, maakt BWV 127 ‘uniek in alle opzichten’ qua ‘vorm, inhoud, schoonheid, dramatische geladenheid’.23

×

23: Met dit citaat maak ik een vraag van Gert Oost (2006, p. 151) tot bewering.

Recitatief   In het tweede deel valt onder meer het gebruik van muzikale analogieën op, met name het gebruik van lange noten die rust aanduiden, dit in contrast met de ritmische figuren in de andere stemmen.

Aria   De aria is een meditatie van een gelovige ziel die een echo van haar verlangen hoort in de affectieve lijnen van de hobo. Ook hier duidt het gebruik van lange noten rust aan. Fluiten en strijkers lijken klokgetik na te botsen naast waarschijnlijk Sterbeglocken (doodsklokjes).

‘Recitaria’   In het vierde deel, een uitzonderlijke combinatie van recitatief, arioso, aria,…, wordt de suggestie van een jongste dag, waarin bazuinen schallen en ‘mensen de dood zoeken, maar hem niet vinden’,24 muzikaal gecontrasteerd met de genade en bevrijding van dood die Christus biedt. Dalende figuren en een bazuin-motief verklanken de instabiliteit van al het aardse, maar doorbreken het lang aangehouden ewig bestehen niet. In de laatste maten bevestigt het bazuin-motief het tijdloze bestaan zelfs.

×

24: Openbaring 9:6.

Koraal   Het vertrouwen dat de gelovige genade ten deel kan vallen wordt nogmaals uitgedrukt in het ingetogen gebed van het vijfde en laatste deel. Toch maken volgens Van Hengel enkele modulaties naar ver verwijderde toonsoorten duidelijk dat met het einschlafen de minder onschuldige overgang van leven naar dood is bedoeld.

Om kort te gaan, Herr Jesu Christ, wahr' Mensch und Gott raakt de kern van het lutherse geloof. Bach weet tekst en muziek tot zo’n eenheid te componeren dat een geloofsuiting van ongekende zeggingskracht resulteert. Zelfs zij die zich niet in het lutherse geloof thuis voelen kunnen diep getroffen worden door hoe Bach zijn kijk op mens en wereld in deze cantate tot uitdrukking brengt.